Zichtlijnen

Vanuit de levenscyclusbenadering is het logische om onderhoudstaken tegelijkertijd met het ontwerp te ontworpen. In de ISO 55000 norm wordt de levenscyclusbenadering ook wel ‘line of sight’ genoemd. De ‘zichtlijn’ verbindt activiteiten en prestatiedoelen met de algemene doelstellingen van de organisatie.

Belangrijk is de afstemming tussen de strategische richting van de organisatie en de prestaties. Deze moeten op elkaar worden afgestemd om de efficiëntie van de organisatie te vergroten (of in ieder geval om suboptimalisatie te voorkomen). Om afstemming te bereiken kan onderhoud zowel vanuit een deductief perspectief als vanuit een inductief perspectief worden bezien.

Vanuit een deductief perspectief triggert het (gebrek aan) presteren het onderhoudsproces. In het deductieve perspectief is de beoogde output tevredenheid van stakeholders, specificaties, normen of veiligheids- en milieukwesties. Deductief onderhoud moet bijdragen aan verbetering van die output. Deze output is sterk verbonden met onderhoudsinspanningen. Als de output niet gerealiseerd wordt zijn de onderhoudsinspanningen onvoldoende. Het helpt dan niet om de onderhoudsinspanningen te intensiveren. 

Het inductieve perspectief is onderhoud gebaseerd op de technische status van het asset. Onderhoud wordt gestart wanneer technische, (vroegtijdige) waarschuwingssignalen worden aangegeven. Inductief gezien is onderhoud een preventieve actie voor storingen en storingen die verband houden met degradatie.

Het inductieve perspectief heeft de meeste aandacht. Door de combinatie van zowel een deductieve als een inductieve benadering kunnen synergetische voordelen worden behaald die moeilijker te bereiken zijn als slechts één enkel perspectief wordt gehanteerd. Literatuur en praktijk gaan niet in op de wisselwerking tussen deze richtingen. Hoewel er steeds meer aanwijzingen zijn dat de prestaties van processen moeten worden afgestemd op de strategieën van organisaties, is het niet bekend of een dergelijke afstemming relevant is voor onderhoudsactiviteiten. Door assetmanagement in te voeren zonder het onderhoud af te stemmen op de strategische richting van de organisatie, zullen niet alleen de voordelen niet volledig tot hun recht komen, maar zullen ook de nadelen zichtbaar worden.

Assets als organismen

In de natuur zijn organismes uitgerust met een aantal mogelijkheden om te regenereren of te herstellen na schade. Wanneer een organisme schade heeft, zal het bepaalde activiteiten stoppen om te genezen. Dit natuurlijke mechanisme balanceert tussen korte termijn (stoppen met eten) en lange termijn belangen (leven). Dat evenwicht is afgeleid van een evolutionaire logica. Door de mens gemaakte organismen of structuren, hoewel ze steeds complexer en intelligenter, is er nog steeds geen evolutionaire logica of ingebouwde reparatie processen om op te vertrouwen.

Deze door de mens gemaakte fysieke assets bestaan uit apparatuur, infrastructuur of andere assets. Mensen, verantwoordelijk voor het bouwen, bedienen en onderhouden van deze assets, nemen daarom beslissingen in het belang van de korte en lange termijn. Deze dichotome beslissingen zijn gebaseerd op beperkte inzichten, vuistregels en traditionele praktijken van betrokkenen. Voor betrokkenen is het vaak moeilijk om de gevolgen van beslissingen en acties te begrijpen. Onderzoek wijst uit dat er vaak onterecht voor de korte termijn wordt gekozen omdat de toekomst onduidelijk of dubbelzinnig is.

Kritische kapitaalintensieve infrastructurele assets zijn, naar analogie van de bovengenoemde tweedeling, in zekere zin de bloedsomloop en het zenuwstelsel van onze samenleving en zijn ook onderhavig aan deze ambigue beslissingen. Hoewel bestaande infrastructurele assets zijn ontworpen voor een levensduur van 50 tot 100 jaar, kan het kortetermijnbelang leiden tot beslissingen en afwegingen die uiteindelijk grote gevolgen hebben voor de resterende levensduur.